Stroming

Op sommige spots heb je te maken met stroming. Ik houd het bij de vloed en ebstroom. (Er zijn ook andere stromingen, maar die hebben met dit verhaal niet zoveel te maken. Zoals muien en zwinnen. Dat is afhankelijk van de plaatselijke zandbanken.)

Als je op een spot met stroming wil gaan varen, altijd even kijken hoe het getij is. Dit kan zeer bepalend zijn voor een wel of niet lekkere sessie.

-Stroming kan je erg tegenzitten. Op de kant lijkt het wel goed te waaien, maar op het water lijk je geen power meer te hebben en kun je weinig tot geen hoogtelopen.
-Stroming kan je ook helpen. Door een gunstige stroming ten opzichte van de windrichting, krijg je net een beetje extra power om toch te kunnen varen of om gewoon makkelijk hoogte te kunnen varen.


Hoe werkt het (van Hoek v Holland - Den Helder):
Vloedstroom:
-Deze stroom stroomt in Nederland van van zuidwest naar noordoost
-Deze stroom gaat 2 keer sneller dan de Ebstroom, en stroomt met ongeveer 4 kn.
-Deze stroom begint ongeveer 2 uur voor hoogwater, en stroomt door tot ongeveer 3 uur na hoogwater (op de spot waar Evan vaart).
-Na deze 3 uur valt de stroming stil voor ongeveer 1 uur (kentering).

Ebstroom:
-Deze begint te lopen na de kentering. 3 uur na kentering is het water op het laagste punt
-Deze stroomt met 2 kn van noordoost naar zuidwest.
-Deze stroomt door tot 2 uur na laagwater, dan is er weer een kentering waarbij geen stroming is.

Vanaf den Helder naar het noordoosten (de wadden dus) is het verhaal beduidend anders doordat een flink deel van de van Atlantische oceaan afkomende watermassa vanuit noorwestelijke richting (om Schotland heen) de Noordzee instroomt.

Wat kun je ermee doen:
-Je gaat dus kijken wanneer het hoog of laagwater is. Meestal kijken naar wanneer het Hoog is aangezien dat de sterkste stroom is. Die stroom kan het meest spelbreker zijn(of het meeste voordeel opleveren natuurlijk ).

-Dan kijk je naar de windrichting. Gaan stroming en windrichting dezelfde kant op, dan is het niet goed. Je moet dan tegen 2 natuurkrachten vechten. Bijvoorbeeld: Een ZW wind gaat van links naar rechts. En de vloedstroom gaat van links naar rechts. Wind en stroming willen jouw ook van links naar rechts duwen. Maar dat wil je als kiter niet want da ga je downwind.


Voorbeeld:
Er staat ZW wind 12 kn. Hoogwater om 12.00 uur. Er staat dus een vloedstroom van 10.00uur tot 15.00uur. Die stroomt met 4 kn.
12kn wind minus 4 kn, dan houdt je 8 kn over. Dat is te weinig om te kiten.

Om 15.00uur stopt de stroming. Staat een uurtje stil. 12kn wind, niet meer niet minder. Net aan kiten.

Om 16.00uur begint de ebstroom en stroomt met 2 kn van rechts naar links. (dus tegen de wind in) Ebstroom wil jou tegen de wind in duwen, gunstig dus. En stroomt van 16.00 uur tot 21.00 uur.
Er staat nog steeds 12 kn ZW wind + 2 kn ebstroom = 14 kn die je overhoudt. Dan kunnen we wel lekker kiten.

Mocht het gewoon stevig waaien, dan maken de stroming niet zo heel veel uit. Dan heb je genoeg power om daar tegenin te vechten.